Lichtbrengers op Schokland
De pastoors van het vroegere Emmeloord, de dominees van Ens en de vuurstokers op de zuidpunt van Schokland.
"Pastoors, predikanten en vuurstokers van het eiland Schokland" is de titel van het boekje
Een van de meest tastbare bewijzen die herinneren aan het bestaan van vuurtorenwachters op Schokland is de lichtwachterswoning en de daarbij gelegen Misthoorn op Schokland. Jan Spit vertrok daar in 1940 als laatste lichtwachter en havenmeester. De nog bestaande woning, waar zeker wat het interieur betreft niets meer herinnert aan vroeger, werd gebouwd tussen 1880 en 1900. Onder andere de ouders van de bekende Schokker havenmeester, postkantoorhouder en bijbellezer Harm Smit (1880-1950) woonden er. Smit, geboren op Schokland, hield op geheel eigen wijze bijbellezingen voor op het eiland verblijvende schippers, voor zowel katholieken als protestanten.
Ook op de Zuidpunt had Schokland zijn lichtwachterswoning. Pieter Verschoor, die in 1923 zijn post verliet, was er de laatste echte lichtwachter. De woning werd kort na de inpoldering gesloopt.
De stad Amsterdam zag in de zeventiende eeuw het belang in van de vuren op Schokland en ook op Urk en kocht daarom halverwege de gouden eeuw Urk en de noordelijke helft van Schokland aan. De Zuiderzee was berucht vanwege de ondiepe zandplaten en de soms gevaarlijke stormen. Schokland en Urk dienden dan ook als plaats waar de schepen tijdens zwaar weer de luwte konden zoeken.
Naast de schat aan gegevens over lichtwachters verzamelde Klappe een berg informatie over de predikanten, die op Schokland werden gestationeerd. Aanvankelijk was het de bedoeling van de Stichting Urker Uitgaven de historie van de predikanten van Urk en Schokland in één boek onder te brengen. Want vele ingewijden kennen het vers van de zeezieke Urker predikant die op Schokland zou preken, maar door het razen der zee zijn tekst was vergeten. Al snel bleek dat het Urker predikantenleven alleen al voldoende stof bood om een kloek boek te vullen. De Schokker predikanten werden vervolgens bij de lichtwachters gevoegd en toen mochten vanzelfsprekend de pastoors niet ontbreken. Klappe ging opnieuw op onderzoek uit. En zo komen volgende week de vuurstokers, de pastoors van Emmeloord en de dominees van een boek van meer dan honderd pagina's, geïllustreerd door Klappe en
Uiteraard, zo erkent Tromp de Vries, zijn er praktische redenen om de vertegenwoordigers van drie ambten in één boek onder te brengen. Het geschrift moest toch enige body hebben. maar geforceerd is de combinatie in uitgeversogen allerminst. Vuurstokers, dominees en pastoors, allen mensen met een verantwoordelijke functie, mensen met invloed ook. "Van pastoors en dominees wordt toch verwacht dat het lichtgevende figuren zijn. Ieder wilde op zijn eigen manier licht verspreiden, geestelijk of letterlijk", aldus De Vries. Daarbij wijst hij erop dat geen van de drie ambtsdragers op Schokland een makkelijk bestaan had.
De Schokkers kenden tijden van welvaart, maar meer nog van armoede en dan werd er nog wel eens naar de fles gegrepen. Van de dominee of de pastoor werd in dergelijke gevallen een oplossing verwacht. "De dominee had een moeilijk leven. En voor de pastoor gold hetzelfde. Eenzaam waren ze vaak. Want er was toch ook een kwalitatief verschil. Zij hadden gestudeerd. En zeker voor 1800 konden echt niet zoveel mensen lezen en schrijven. Velen hadden na één of twee jaar de buik vol van het leven op Schokland. Ze werden er ziek van en vertrokken. Vandaar dat er ook vrij veel geweest zijn. Al waren er wel die langer bleven en veel goed werk deden. Je moet ook bedenken: dominees, pastoors en vaak ook de lichtwachters waren mensen die van elders naar Schokland kwamen. De Schokkers zelf waren vissers of vrachtvaarders. Die laten zich niet zo snel opsluiten in een gebouwtje."
Naast de "geestelijke zorg" hadden dominees en pastoors ook hun praktische zorgen. De elementen teisterden het eiland en zijn kerken. Zoals bijvoorbeeld de Emmeloordse kerk, waarvan in 1840 aan het licht kwam dat deze zo slecht gefundeerd was, dat sloop van kerk en pastorie de enige oplossing was. Op dezelfde plaats werd een nieuwe kerk gebouwd, maar het bisdom beknibbelde op de kosten. De opeenvolgen de pastoors klaagden de jaren daarna onophoudelijk over gebreken, armoedige inrichting en gebrek aan comfort in de pastorie.
Alles bij elkaar, zo zegt De Vries, is een boeiend boek ontstaan, passend in de grote belangstelling die er voor Schokland is. "Het legt ook een heel stuk van de geschiedenis van het eiland bloot". Hoewel Schokland "in" is, houdt de stichting de eerste oplage bescheiden: 500 exemplaren worden er gedrukt. Belangstelling ervoor wordt vooral verwacht van de nazaten van de eilandbewoners op de Schokkerdag en van de grote schare die belangstelling toont voor Schokland. Het boekje komt in de verkoop in de Urker boekhandel en bij Museum Schokland.
Het 149 pagina's tellende boekje
Bron: "Het Nieuwe Land" , eind augustus 1993