• Slideheader0
  • Slideheader1
  • Slideheader10
  • Slideheader11
  • Slideheader12
  • Slideheader13
  • Slideheader14
  • Slideheader15
  • Slideheader16
  • Slideheader17
  • Slideheader18
  • Slideheader19
  • Slideheader2
  • Slideheader20
  • Slideheader21
  • Slideheader22
  • Slideheader23
  • Slideheader24
  • Slideheader25
  • Slideheader26
  • Slideheader27
  • Slideheader28
  • Slideheader29
  • Slideheader3
  • Slideheader30
  • Slideheader31
  • Slideheader4
  • Slideheader5
  • Slideheader6
  • Slideheader7
  • Slideheader8
  • Slideheader9
  • Slideheader32
  • Slideheader33
Het overgrote deel van de Schokkers die in 1859 het eiland moesten verlaten trok naar Kampen. Vooral in het stadsdeel Brunnepe vestigden zich veel vissersgezinnen, afkomstig van Schokland.
Bij Koninklijk Besluit van 4-7-1859 werd de gemeente Schokland opgeheven en bij Kampen gevoegd. In Kampen zat men daar in het geheel niet om te springen, zoals blijkt uit een brief van de burgemeester aan de Commissaris des Konings, waarin gesteld werd dat het plan in Kampen "met weerzin" was vernomen. B&W van Kampen stelden dat binnen de stadspoorten geen plaats was voor de verarmde Schokkers. In het oude vissersdorpje Brunnepe, even buiten het centrum, kon wel een plaats gemaakt worden.

De Schokkersbuurt

De Schokker onderwijzer Arnoldus Legebeke (1809-1885) kocht op 31-3-1859 twee woningen onder één dak met een flinke tuin, gelegen aan de Noordweg in Brunnepe <1>.

Toen enkele weken later de stroom van Schokkers naar Kampen goed op gang begon te komen, deelde Legebeke zijn tuin in 21 stukken, en stelde die ter beschikking van evenzovele Schokker gezinnen. Ieder gezin betaalde hem hiervoor het schappelijke bedrag van ƒ23,81 (tezamen ƒ500,--). Legebeke bleef eigenaar van de twee aan de Noordweg staande huizen met de daarachter liggende gang.

De meeste Schokkers hadden hun huis op Schokland inmiddels afgebroken. Stenen, balken, planken en kozijnen werden in de schuit geladen en naar Kampen vervoerd. Zoveel mogelijk gebruik makend van dit bouwmateriaal werden in de tuin van de voormalige onderwijzer 21 huisjes opgetrokken, doorgaans 3,25 meter breed en ruim 4 meter diep. De woningen zijn iet in exact dezelfde vorm als op het eiland herbouwd. De typische houten puntgevels ontbraken bijvoorbeeld. Het binnenwerk, de deuren met de merkwaardige onderdeurtjes en de raamkozijnen met de kleine ruitjes waren meestal wel authentiek.

Dat de meeste bewoners leefden van de visvangst is goed te zien aan de huizen in de Schokkersbuurt, want boven in de voorgevels had men luiken gemaakt, waardoor de netten op de zolders gebracht konden worden.
Tussen en achter de huizen bevonden zich paadjes, die gemeenschappelijk eigendom van de bewoners waren. In het middenpad was een pomp en een put, waaruit de Schokkers hun water haalden.

Op 30-10-1859, toen alle woningen inmiddels klaar waren, liet Legebeke de Kamper notaris Rambonnet naar de Schokkersbuurt komen, omdat de verkoop van de grond nog niet officieel vastgelegd was. Van de 21 kopers plaatsten er 15 hun handtekening onder de koopakte; de overige kopers verklaarden "niet te kunnen schrijven, als geen van allen het schrijven geleerd hebbende" <2>.

Hiernaast ziet u de handtekeningen van de verkoper en de kopers:
Arnoldus Legebeke
(1809-1885)
Bruin Bruinsen Bape
(1797-1875)
Jan Gerrits Bien
(1819-1893)
Albert Derks de Boer
(1815-1886)
Jan Alberts Diender
(1817-1885)
Maria Alberts Diender (1820-1889)
Jan Hendriks Diender
(1821-1897)
Albert Hendriks Diender (1826-1913)
 
en iets naaronder, rechts het volgende stel:
  
Harm Jansen Gosen
(1819-1861)
Willem Jacobs Goosen
(1815-1899)
Jan Cornelis Grootjen
(1795-1876)
Dubbel Jansen Kamper
(1812-1885)
Jacob Alberts Klappe
(1822-1895)
Peter Hendriks Kok
(1814-1876)
Jacob Harms Net
(1794-1883)
Bruin Peters Visscher
(1789-1875)

Op 15-1-1860 werd ten huize van Jan Alberts Diender opnieuw een akte ondertekend, waarin ten behoeve van het kadaster nader omschreven werd hoe het terrein onderling verdeeld was <3>.

Met behulp van de gegevens in de notariële akten hebben we een lijst opgesteld, waarop vermeld de 21 gezinnen die eind 1859 de Kamper Schokkersbuurt bevolkten. Daaruit blijkt dat in dat jaar 97 Schokkers zich gevestigd hebben in de voormalige tuin van meester Arnoldus Legebeke. Door overlijden en geboorte is uiteraard in latere jaren de samenstelling van de Schokker gemeenschap regelmatig gewijzigd. Meestal bleven echter kinderen of zelfs kleinkinderen van de oorspronkelijke bewoners wonen in de huisjes, die in 1859 gebouwd werden.

De bewoners van de Schokkersbuurt te Kampen in 1859

Nummer 1.
Maria Alberts Diender (1820-1889), weduwe van Jacob Ruiten (1815-1849), en haar kinderen Reinerus Ruiten (1846-1937) en Jacob Ruiten (1849-1925).
Zij vertrokken op 29-7-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 27A woonden.

Nummer 2.
Albert Dirks de Boer (1815-1886), zijn vrouw Anna Alberts Diender (1817-1904), en hun kinderen Jannetje (1841-1920), Hilligje (1843-1880), Louwe (1849-1929), Dirk (1851-1904) en Maria (1859-1864). Zij vertrokken op 6-7-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 72 woonden.

Nummer 3.
Jan Hendriks Diender (1821-1897), zijn vrouw Maria Floris Toeter (1824-1909), en hun kinderen Hendrik (1849-1893), Floris (1850-1906), Albert (1853-1861) en Jan (1856-1924).
Zij vertrokken op 20-5-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 34 woonden.
"Maria Floris Toeter, vrouw van Jan Hendriks Diender, hebben hunne wooning (Emmeloord, sectie C, nr. 36) afgebroken en vervoert naar Kampen, alwaar zijlieden hunne woonplaats hebben gekozen, en de gemeente verlaten." <4>

Nummer 4.
Albert Hendriks Diender (1826-1913), zijn vrouw Marretje Jansen Kok (1830-1896), en hun zoon Hendrik (1858-1916), alsmede Alberts moeder Machteltje Harmens Koek (1788-1874), weduwe van Hendrik Jansen Diender (1785-1857).
Zij vertrokken op 20-5-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 22 woonden.
"Magteltje Harms Koek, wed. Hendrik Diender, en Albert Hendriks Diender hebben hun woning (Emmeloord, sectie C, nr. 26) afgebroken en vervoert naar Kampen, alwaar zijlieden hunne woonplaats hebben gekozen." <4>

Nummer 5.
Peter Hendriks Kok (1814-1876), zijn vrouw Maria Bruinsen Visscher (1822-1907), en hun kinderen Jacoba (1843-1927), Jannetje (1848-1905), Aaltje (1852-1939), Maria (1854-1933) en Hendrik (1857-1931).
Zij vertrokken op 29-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 21A woonden.
"Peter Kok, afgesloopt en naar Kampen vertrokken met zijn gezin om te wonen." <4>

Nummer 6.
Jan Alberts Diender (1817-1885), zijn vrouw Jannetje Gerrits Bien (1820-1893), en hun kinderen Gerrit (1848-1926), Aaltje (1850-1886), Jacoba (1853-1916) en Albert (1857-1914).
Zij vertrokken 28-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 38 woonden.
"Jan Albers Diender, afgesloopt (Emmeloord, sectie C, nr. 48), en vervoert naar Kampen en heeft aldaar zijn woning genomen."<4>

Nummer 7.
Jan Gerrits Bien (1819-1893), zijn tweede vrouw Jacobje Alberts Koek (1819-1908), en hun kinderen Jannetje (1850-1866), Albert (1853-1926) en Maria (1856-1933), alsmede zijn inwonende vissersknecht Cornelis Kobus Mossel (1839-1891).
Zij vertrokken op 4-5-1859 van Emmeloord, waar zij woonden op huisnummer 23B.
"Jan Gerrits Bien heeft zijn huijs (Emmeloord, sectie C, no. 28A en B) afgesloopt en vervoert naar Kampen om op te timmeren, en heeft aldaar zijn woonplaats genomen." <4>

Nummer 8.
Eva Bruins Bape (1801-1861), weduwe van Jan Jacobs Konter (1797-1845), haar zoon Bruin Jansen Konter (1830-1904) en zijn vrouw Jacoba Floris Sul (1827-1859), alsmede hun zoontje Jan (1859-1859). Zij vertrokken op 29-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 23A woonden.
Eva Bape ontvangt 5-4-1859 ƒ100,-- voorschot om haar huis te Emmeloord, sectie C, nr. 28 "af te breken en te Brunnepe te bouwen." <4>
Bruin Jansen Konter hertrouwt in 1861 met Trijntje Alberts Koek (1831-1918).

Nummer 9.
Bruin Bruinsen Bape (1797-1875), weduwnaar van Jannetje Kobus Klappe (1802-1834), en hun zoon Kobus (1833-1910), alsmede Bruins tweede vrouw Trijntje Hendriks Diender (1815-1898) en hun kinderen Bruin (1837-1920), Albert (1843-1927), Hendrik (1846-1867), Maria (1849-1893) en Theunisje (1853-....).
Zij vertrokken op 27-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 21B woonden.
"Bruijn Bape, afgesloopt en vervoert naar Kampen, waar hij zijn woonplaats heeft gekozen." <4> Het betreft het huis te Emmeloord, sectie C, nr. 84.

Nummer 10.
Kristina Klasen van der Molen (1802-1887), weduwe van Dirk Dubbels Veen (1792-1857), en hun zoon Jan (1836-1927).
Zij vertrokken op 16-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 44 woonden.
Kristina hertrouwt in 1860 met haar buurman Dubbel Jansen Kamper (1812-1885), weduwnaar van Jannetje Willems Broodbakker (1811-1857).

Nummer 11.
Dubbel Jansen Kamper (1812-1885), weduwnaar van Jannetje Willems Broodbakker (1811-1857), en hun kinderen Willem (1836-....), Jan (1838-1887) en Cornelis (1846-1892).
Zij vertrokken op 16-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 6B woonden.
Dubbel hertrouwt in 1860 met zijn buurvrouw Kristina Klasen van der Molen (1802-1887), weduwe van Dirk Dubbels Veen (1792-1857). Kristina en haar zoon Jan Veen (1836-1927) verhuizen dan naar nummer 11.

Nummer 12.
Jan Willemsen Kok (1793-1859), zijn vrouw Jannetje Jacobs Konter (1810-1909) en hun kinderen Jacob (1836-1908), Grietje (1842-1915) en Hendrik (1845-1890).
Zij vertrokken op 18-2-1858 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 11 woonden.

Nummer 13.
Trijntje Jansen Visscher (1790-1861), weduwe van Hendrik Louwen Diender (1789-1855), en hun dochter Trijntje (1827-1866) met haar man (tevens mede-eigenaar) Harmen Jansen Gosen (1819-1861). Tevens woonde hier Maria Alberts Diender (1849-1862), een kleindochter van Trijntje Jansen Visscher.
Zij vertrokken op 13-5-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 29 woonden.
"Trijntje Visscher, vrouw van wijlen Hendrik Louwen Diender, en Harm Gosen: het huijs (Emmeloord, sectie C, nr. 32) gesloopt, verkogt, is weg gevoerd, en zijn vertrokken naar Kampen om aldaar te wonen." <4>

Nummer 14.
Jan Cornelis Grootjen (1795-1876), zijn vrouw Aaltje Teunis Gertzen (1809-1893) en hun kinderen Cornelis (1835-1918), Teunis (1838-1864), Thijmen (1840-1906), Klaasje (1842-1860) en Dubbel (1844-1919).
Zij vertrokken op 27-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 65 woonden.
Jan Cornelis Grootjen ontvangt op 20-4-1859 ƒ50,-- voorschot"om af te breken en te bouwen". Het betreft het huis te Emmeloord, sectie C, nr. 70. <4>

Nummer 15.
Derk Cornelis Grootjen (1800-1879), zijn vrouw Jannetje Jans Visscher (1799-1862) en hun kinderen Jacoba (1831-1898), Cornelis (1836-1926) en Maria (1839-1918).
Zij vertrokken op 27-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 65B woonden.
Derk Cornelis Grootjen ontvangt op 20-4-1859 ƒ50,-- voorschot "om af te breken en te bouwen". Het betreft het huis te Emmeloord, sectie C, nr. 7. <4>

Nummer 16.
Jacob Alberts Klappe (1882-1895), zijn vrouw Lijsje Hendriks Diender (1823-1895), en hun kinderen Albert (1850-1920), Maria (1853-1863) en Hendrik (1858-1860).
Zij vertrokken op 28-6-1859 van Emmeloord, waar zij woonden op huisnummer 67B.
"Jacob Albers Klappe, afgebroken, vervoerd naar Kampen en aldaar zijn woonplaats genomen." Het betreft het huis te Emmeloord, sectie C. nr. 87. <4>

Nummer 17.
Bruin Peters Visscher (1789-1875), weduwnaar van Jacobje Alberts Toeter (1795-1858), en hun zoon Peter (1835-1918).
Zij vertrokken op 28-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 59 woonden.
"Bruijn Peters Visscher, afgesloopt en vervoert naar Kampen en aldaar zijn woonplaats genomen." <4>

Nummer 18.
Jacob Harms Net (1794-1883), zijn vrouw Marretje Jans Sul (1799-1881), en hun kinderen Harm (1829-....) en Jan (1834-....).
Zij vertrokken op 17-5-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 46 woonden.
"Jacob Harms Net heeft zijn woning (Emmeloord, sectie C, nr. 51A) verkogt, en is vervoert naar Vollendam, en hij zelve is met zijn gezin vertrokken naar Kampen, alwaar hij woonagtig is." <4>

Nummer 19.
Willem Jacobs Goosen (1815-1899) en zijn moeder Anna Willemsen Bien (1782-1861), weduwe van Jacob Alberts Goosen (1776-1840).
Zij vertrokken op 27-6-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 63A woonden.

Nummer 20.
Jacoba Alberts Klappe (1811-1887), weduwe van Alberts Bruins Diender (1814-1857), eerder weduwe van Klaas Alberts Karel (1781-1849), en haar kinderen Klaas Klasen Karel (1840-1909), Bruin Alberts Diender (1851-1915) en Albert Alberts Diender (1855-1937).
Zij vertrokken op 5-4-1859 van Emmeloord, waar zij op huisnummer 20 woonden.
"Jacobje Alberts Klappe, eerst wed. van Klaas Karel, later van Albert Diender, heeft haar woning afgesloopt en afgebroken en vervoerd; woont reeds te Kampen".
Het betreft het huis te Emmeloord, sectie C, nr. 83. <4>

Nummer 21.
Trijntje Reurings Zoet (1806-1875), weduwe van Hendrik Jacobs Bakker (1777-1856), en hun zoon Peter (1837-1904).
Zij vertrokken op 11-5-1859 van Ens, waar zij op huisnummer 4B woonden.
Trijntje Zoet ontvangt op 30-3-1859 ƒ40,-- voorschot "om te beginnen met slopen en de materialen te Urk te verkopen".
Het betreft het huis te Ens, sectie B, nr. 69. <4>
In een volgend nummer zullen wij u een overzicht geven van de andere Schokkers die in 1859 van Schokland naar Kampen verhuisden. Het grootste deel woonde in het stadsdeel Brunnepe, in de buurt van de haven, zoals aan de Veerweg, de Pleinstraat, de Pannekoekendijk, de Buitensingel, de Noordweg en op het Plein.
Hieronder  ziet u de geveltekeningen en plattegronden van de woningen uit de Schokkersbuurt, die weer opgebouwd zijn in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen.


Van links naar rechts:
 Nummer 8 (Bape), thans KP-6;
 Nummer 6 (Diender), thans KP-4;
 Nummer 5 (Kok), thans KP-3.
 (Bij nummer 6 en 5 is een rekonstruktie van de waarschijnlijk houten achterbouwen getekend)


 

Nummer 4 (Diender), thans KP-2;
Nummer 3 (Diender), thans KP-1;
Nummer 2 (de Boer).




Hierboven ziet u de achtergevels van de panden 2 tot en met 6, gezien vanaf het paadje tussen de woningen. De voorgevels en plattegronden vindt u hieronder. Deze tekeningen, gemaakt in 1949, kunnen wij u tonen dankzij vriendelijke medewerking van het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen, waar de huizen 1 en 3 tot en met 8, na afbraak in Kampen, weer opgebouwd zijn. Een bezoek meer dan waard!
 
Rechts: doorsnede van een van de huisjes

Noten
<1> Het perceel was gelegen te Kampen, sectie F, nummers 68, 69 en 70, groot tesamen 10 roe en 17 el. De verkoper was Lubbert Jans van der Weerd, die op 31-3-1859 bij notaris Jan Meijlink zijn handtekening onder de verkoopakte plaatste.
<2> De kopers die niet konden schrijven waren: Jacobje Alberts Klappe (1811-1887), Trijntje Zoet (1806-1875), Eva Bruinsen Bape (1801-1861), Stientje Klaasen van der Molen (1802-1887), Trijntje Jansen Visscher (1790-1861), Jannetje Jacobs Konter (1810-1909) en Derk Grootjen (1800-1879).
Bron: Notarieel Archief Kampen, inv. 424, nr. 4757, d.d. 30-10-1859 (notaris Rambonnet).
<3> Notarieel Archief Kampen, inv. 424, nr. 4836, d.d. 15-1-1860 (notaris Rambonnet).
<4> Gemeente-archief Kampen, Archief van het eiland Schokland: Register van uitgaande stukken betreffende de ontruiming van het eiland, 1859 (inv. 235).
N.B.: elk pand heeft behalve een huisnummer ook nog een kadastraal nummer, dat vooraf gegaan wordt door een sectie-aanduiding. Beide nummeringen komen dus niet meet elkaar overeen!

eerste deel van een lijst met 312 Schokkers (samen 95 gezinnen vormend), die rond 1859 elders in Kampen een plekje om te wonen en te leven hebben gevonden. In totaal hebben wij dus de gegevens verzameld van 97 + 312 = 409 echte Schokkers die rond 1859 in Kampen woonden. Samen vormden zij 21 + 95 = 116 gezinnen <l>.
Vlak voor de ontruiming woonden er zo'n kleine 700 mensen op Schokland. Uit ons overzicht blijkt dat de overgrote meerderheid van hen destijds in de buurt Brunnepe van de gemeente Kampen is gaan wonen. Ze zijn toen massaal neergestreken rond de Brunneper haven, en wel in dat deel van de buurt dat later de Veerweg, Pleinstraat, het Plein, de Buitensingel, Pannekoekendijk en Noordweg zou gaan heten. Het leven in Brunnepe werd door hun komst grondig gewijzigd. De meeste Schokkers waren visser en brachten door hun verhuizing naar Kampen nieuw leven in de haven. Er ontstonden al gauw nevenbedrijfjes, zoals vishandels en visrokerijen. Heel Brunnepe kreeg door de komst van de Schokkers een ander aanzien.
Het gemeentebestuur van Kampen heeft onlangs besloten om bij de haven van Brunnepe een beeld van een Schokker visser te plaatsen ter herinnering aan deze bevolkingsgroep. Omdat de Schokkers zo'n belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van Brunnepe, is het plaatsen van dat beeld dan ook zeer toe te juichen, omdat daardoor de herinnering aan de Schokkers blijft leven.
De geschiedenis van Schokland en de Schokkers verdient het aan de vergetelheid ontrukt te worden. Onze bijdrage hiertoe is o.a. het vastleggen in dit artikel wie nu die Schokkers waren die rond 1859 in Kampen hebben gewoond. De jaartallen achter de namen geven het geboorte‑ en het overlijdensjaar aan. Indien geen geboortejaar is vermeld dan is de betreffende persoon niet op Schokland geboren, maar elders. De in Kampen geboren kinderen van de gezinnen zijn niet in dit overzicht opgenomen. Zij behoren tot de Schokker‑nazaten en niet tot de groep naar Kampen verhuisde geboren Schokkers. Omdat die nazaten veelal ook in Schokker kledij liepen waren zij in het spraakgebruik van de Kampenaren echter evenzeer Schokkers als de geboren Schokkers.
Voor zover mogelijk is tevens vermeld wanneer men Schokland heeft verlaten, waar men op Schokland heeft gewoond en waar men in Kampen is gaan wonen <2>.
 
Wel een behoorlijke schadeloosstelling gekregen!
Het leek ons nuttig ook nog enkele bijzonderheden te geven. Zo vindt u bij enkele families vermeld welke schadeloosstelling men heeft ontvangen wegens de gedwongen ontruiming van een woning op Schokland waarvan men (mede‑) eigenaar was. Uit de hoogte van de toegekende schadeloosstellingen blijkt dat er een zeer redelijke vergoeding voor de ontruiming van de woningen aan de eigenaren is uitbetaald. In diverse publikaties wordt vermeld dat men met een schamele 20 tot 100 gulden schadevergoeding genoegen moest nemen. Dr. P.J. Bouman schrijft in zijn overigens voortreffelijk boek “Het verlaten eiland” ook ten onrechte over “de vastgestelde schadevergoeding, variërend van ƒ20,‑‑ tot ƒ100,‑‑ voor iedere afgebroken woning". Blijkbaar is dat nadien klakkeloos overgenomen in diverse andere publikaties over Schokland. Daarbij zal niet veel eigen onderzoek gepleegd zijn. Men heeft blijkbaar veelal volstaan met overschrijven van wat reeds eerder was gepubliceerd, inklusief de eventuele missers. Bij een gedegen onderzoek zou men tot de volgende konklusie zijn gekomen.
  1. Een eigenaar van een woning kreeg een schadeloosstelling, die pas werd uitbetaald als de afbraak van die woning voltooid was.
  2. Er werd een voorschot uitbetaald om de eerste kosten van de afbraak en de eventuele nieuwbouw te kunnen betalen.
  3. Schokkers, die geen eigen huis bezaten kregen alleen een vergoeding voor de verhuiskosten.
Kennelijk hebben enkele schrijvers deze drie punten door elkaar gehaald. De op Schokland verstrekte voorschotten van 20 tot 100 gulden zijn daarbij verward met de feitelijke schadevergoeding die nadien door de notaris werd uitbetaald. De werkelijk uitgekeerde schadeloosstelling aan de huiseigenaren bedroeg meer dan het dubbele van de taxatiewaarde! Dat extra hoge bedrag was mede bedoeld om eventuele weerstanden weg te nemen en de ontruiming vlot te doen verlopen. Ter vergelijking: in die tijd kon men voor 300 tot 500 gulden reeds een behoorlijke arbeiderswoning kopen. Wij komen t.z.t. op die schadevergoedingsregeling nader terug.
 
Noten.
  1. Dit overzicht is samengesteld met behulp van o.a. de doopregisters van de Rooms‑Katholieke Kerk en de Gereformeerde Kerk op Schokland, de bevolkingsregisters van Schokland en Kampen, en de geboorte‑ en overlijdensakten van de Burgerlijke Stand van Schokland en Kampen.
  2. In het Schokker Erf nr. 10 (januari 1989) plaatsten wij ook reeds een overzicht van de 129 Schokkers, samen 30 gezinnen vormend, die zich rond 1859 in Vollenhove vestigden.
 

Overzicht van de rond 1859 in Kampen wonende Schokkers

 
  • Jacob Bakker (1813-1908) gaat aanvankelijk met zijn vrouw Trijntje Andries Klein (1816-....) en hun zoon Jan (1842-1901) van Ens, huisnummer 4A, naar IJsselmuiden. Op 11-4-1859 verhuizen ze van IJsselmuiden naar Kampen, Brunnepe 254.
  • In 1860 wonen Kobus Bruinsen Bape (1833-1910) en zijn vrouw Marrijtje Floris Sul (1832-1905) in de Keizerstraat 577 te Kampen. Met vier andere familieleden heeft Kobus op 14-8-1859 een schadeloosstelling van tesamen ƒ1133,-- ontvangen vanwege de ontruiming van hun woning op Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4672).
  • Lumme Louwe de Jong (1819-1881) weduwe van Evert Been, hun kinderen Nelletje (1844-....), Klaas (1846-1921), Grietje (1849-1945), Jan (1852-....), alsmede de moeder van Lumme: Nelletje Thijmens Buter (1787-1861) woonden op de Zuidert, op huisnummer 1. Op 17-5-1859 komen ze naar Brunnepe, waar ze op nr. 234 gaan wonen.
  • Jan Alberts de Boer (1828-1904) is 6-6-1859 vertrokken naar Kampen.
  • Floris Klaasen Botter (1797-1881), zijn tweede vrouw Maria Harms Net (1791-1876) (weduwe van Hermannus Mommendé), en haar dochter Hendrika Mannes Mommendé (1824-1891) met haar man Jacob Janse n Kaarel (1822-....) vestigden zich 9-6-1859 in Kampen. Op Emmeloord woonden zij op huisnummer 5. Vier leden van deze familie ontvingen wegens de ontruiming een schadeloosstelling van tesamen ƒ1171,-- op 11-8-1859 (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4662).
  • Vóór 1858 woonden Klaas Floris Botter (1830-1908) en zijn vrouw Trijntje Klasen Koridon (1825-1904) reeds aan de IJsselkant nr. 1 te Kampen.
  • Albert Dubbel Botter (1815-1862), zijn vrouw Maria Kobus Kok (1815-1866) en hun zoon Dubbel (1846-1905) waren voor 1846 reeds naar Kampen verhuisd. In 1860 woonden zij in de Hofstraat op nr. 166.
  • Maria Alberts Toeter (1799-1871), weduwe van Dirk Klasen Botter, is op 28-6-1859 van Emmeloord nr. 47C vertrokken naar Brunnepe 143A.
  • Jan Willems Broodbakker (1797-1886), zijn vrouw Aaltje Jacobs Scholtus/Sul (1803-1877) en 8 van hun 14 op Schokland geboren kinderen vestigden zich op 9-5-1859 in Brunnepe op nr. 165. op Emmeloord hadden zij op huisnummer 7B gewoond. Die 8 kinderen waren: Willem (1829-1906), Albert (1835-1894), Bruin (1841-1879), Grietje (1834-1891), Jacobje (1837-1913), Aaltje (1839-1914), Maria (1843-1864) en Geertje (1848-....). Jan Willems Broodbakker ontvangt op 11-8-1859 wegens de ontruiming van hun woning een schadeloosstelling van ƒ896,-- (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4661).
  • De ongetrouwde broers Albert Willems Broodbakker (1795-1864) en Bruin Willems Broodbakker (1808-1879), en de bij hen inwonende Aaltje Jacobs Net (1805-1877) vertrokken 17-5-1859 van Emmeloord, waar ze op huisnummer 6A woonden, naar Brunnepe nr. 165.
  • In de Keizerstraat 575 woonden in 1860 Willem Jans Broodbakker (1829-1906) en zijn vrouw Jannetje Floris Sul (1830-1915).
  • Theunis Alberts Bruins (1801- ), zijn vrouw Jannetje Jans Mosterd (1803-1865) en hun kinderen Albert (1830-1862), Dirkje (1833-....), Jan (1838-1897), Gerrit (1840-1866) en Thijmen Bruins (1843-1918) verlaten op 11-5-1859 Schokland. Zij vestigden zich te Brunnepe op nr. 235. Op de Zuiderbuurt van Schokland woonden zij op huisnummer 4.
  • Aaltje Willems Pieters Sul (1791-1851), gehuwd met Aart Captein, was reeds vóór 1815 naar Kampen verhuisd. Zij woonden in de Groenestraat nr. 47.
  • Het gezin van Jan Jacobs Corjanus (1794-1882) en zijn tweede vrouw Jacoba Alberts de Vries (1809-1891) woonde op Ens op huisnummer 19B. Kort voor de ontruiming vertrokken zij eerst naar Nijverdal. Maar kort nadien, in 1860, woonden ook zij in Kampen (Brunnepe nr. 254).
  • Jacob Jans Corjanus (1835-1923) en Maria Veldhuis woonden in 1861 in Brunnepe op nr. 118A.
  • Reeds vóór 1822 was de schipper Dubbel Louwe Diender (1791-1881) met zijn vrouw Jannetje Everts Coridon (1797-1878) in Kampen woonachtig. Zijn gezin woonde Achter de Nieuwe Muur nr. 30 (de huidige Voorstraat). Dubbel ontvangt op 7-7-1859 zijn deel van de ƒ754,84, die aan zijn familie als schadeloosstelling is toegekend vanwege de ontruiming van de woning Emmeloord, sektie C, nr. 32, waarvan zij gezamenlijk eigenaar waren. (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4624).
  • Al vóór 1821 woonde in de Botervatsteeg op nr. 227 het gezin van de schipper Hendrik Gerrits Diender (1792-1855) en zijn vrouw Geertruij Westerhof. In 1861 woonden zij aan boord van hun schip "Jonge Gerrit" te Kampen.
  • Jan Bruinsen Diender (1809-1869) vertrok 16-5-1859 naar Kampen. Hij woonde op Emmeloord, huisnummer 40A. Hij en zijn vrouw Aaltje Alberts Koek (1813-1897) (de weduwe van Gerrit Klasen Klappe) woonden aanvankelijk in de Prinsenstraat nr. 55, samen met Aaltjes zonen uit haar eerste huwelijk: Klaas Klappe (1836-1920), Willem Klappe (1838-1887) en Albert Klappe (1841-1933). Hun huis lag achter de fabriek. Later woonden zij op het adres Brunnepe nr. 207A.
  • Albert Louwe Diender (1787-1869), zijn vrouw Jannetje Alberts Goosen (1793- 1871) en hun dochters Trijntje (1830-1918) en Maria (1821-1914), de weduwe van Dirk Dirks Botter, zijn 19-5-1859 van Schokland (Emmeloord, huisnummer 40B) naar Vollenhove vertrokken. Met hen mee gingen de inwonende kinderen van dochter Maria: Jannetje Botter (1844-1933) en Louwe Botter (1848-1940). Met uitzondering van de inmiddels in Vollenhove getrouwde Trijntje kwamen zij allen op 8-9-1861 naar Kampen, waar zij op het adres Brunne-pe nr. 147A gingen wonen.
  • Burgemeester Gerrit Jan Gillot (1782-1869), zijn tweede vrouw Jansje Schallenberg (1795-1864) en zijn enigste kind Elisabeth Johanna (1838-.... ) verhuisden in 1859 van Ens, waar ze op kadasternummer 36 woonden, naar Kampen (Vloeddijk 83).
  • In 1852 woonde de schipper Jan Klaas Gillot (1827-.... ) met zijn vrouw Klaziena Remmelt Mastenbroek (1824- ) en hun gezin reeds in Kampen op de Vloeddijk nr. 328. In 1860 woonden zij aan boord van hun schip.
  • Klaas Jan Gillot (1799-1878) , zijn vrouw Dirkje Reijers Kale (1805-1883) en hun kinderen Reijer (1830-1907) en Gerrit Jan (1835-1891) vertrokken op 17-5-1859 naar Kampen, waar ze in de Havensteeg op nr. 142 gingen wonen. Klaas Jan Gillot was in 1832 eigenaar van een huis op Ens met het kadasternummer 11A.
  • In 1859 woonde Reijer Klaas Gillot (1830-1907) met zijn vrouw Sibeltje Leeuw (1837-1891) op de Vloeddijk nr. 4.
  • Gerrit Jan Gillot (1835-1891) en zijn eerste vrouw Jannetje van Eerde (1841-1861) woonden in 1861 in de Havensteeg op nr. 142.
  • Op 29-5-1859 vertrok Jacob Dubbel Goosen (1834-1917) naar Kampen. Hij trouwde met Trijntje Jacobs Diender (1834-1925). In 1860 woonden zij in de Schapensteeg op nr. 384.
  • Op Emmeloord, huisnummer 67A, woonden Albert Jansen Goosen (1810-1894), zijn vrouw Lumme Alberts Klappe (1817-1902) en hun kinderen Jan (1843-1919), Albertus (1845-1916), Maria (1847-....), Klaas (1850-1923) en Dubbel (1853-1920). In 1857 woonden zij in Kampen aan de IJsselkant op nr. 1.
  • Jannetje Jacobs Net (1795-1866), weduwe van Dubbel Alberts Goosen, vertrok 17-5-1859 van Emmeloord, huisnummer 54, naar Brunnepe nr. 165. Drie leden van deze familie Goosen mochten ƒ527,--, ontvangen als schadeloosstelling wegens de ontruiming, samen delen (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4623).
  • In 1860 woonden in Kampen aan de IJsselkant op nr. 53 (achter de fabriek) Steven Alberts de Graaf (1796-1862), zijn vrouw Antonia Hendriks Diender (1811-1861) en hun kinderen Albert (1838-1865), Jannetje (1840-1916) en Trijntje (1843-1865). Zij woonden op Emmeloord op huisnummer 26B. Antonia ontving 7-7-1859 haar deel van de aan haar familie uitgekeerde ƒ754,84 wegens de ontruiming van de woning te Emmeloord, kadasternummer 32 (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4624).
  • Maria Dirks Karel (1802-1883), weduwe van Steven Harms de Graaf, en haar zuster Dirkje Karel (1822-1880) woonden in 1860 in de Ekstersteeg nr. 163 te Kampen. Op Emmeloord woonden zij op huisnummer 56A.
  • Cornelis Dirks Grootjen (1836-1926) en zijn vrouw Maria de Boer (1838-1923) woonden in 1861 Brunnepe op nr. 145.
  • De schipper Pieter Jansen Ham (1819-....) zijn vrouw Annetje Pieters Kale (1820-1878) en hun kinderen Thijmen (1843-....) en Annetje (1850-....) vertrokken 30-6-1859 van Ens, waar zij op huisnummer 26 woonden, naar Kampen. Daar woonden zij aan boord van hun schip "De Twee Gebroeders". Op 11-8-1859 ontvingen Pieter Jansen Ham en twee andere familieleden tesamen een bedrag van ƒ1807,-vanwege de ontruiming (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4665).
  • Theunis Jansen Ham (1829-1910), zijn vrouw Elizabeth Klasen Gillot (1828-1899) en hun kinderen Jan (1855-1896), Klaas (1856-1885) en Annetje (1858-1859) verhuisden op 27-5-1859 van Ens, waar ze op huisnummer 42 woonden, naar Brunnepe nr. 192D.
  • Jan Louwe de Jong (1813-1879), zijn vrouw Aaltje Jansen Gerssen (1823-1910) en hun drie kinderen Nelletje (1845-1925), Geertruida (1848-....) en Maria (1851-1930) vertrokken op 9-6-1859 van Schokland naar IJsselmuiden. Op 31-10-1859 verhuisden zij naar Kampen, waar ze op het adres Brunnepe 254 gingen wonen. Op 11-8-1859 ontvingen zij hun deel van de ƒ1342,--, uitgekeerd aan de familie de Jong wegens de ontruiming (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4667).
  • Trijntje Thijmens de Jong (1823-....) verhuisde 11-5-1859 van Schokland naar Brunnepe nr. 233.
  • Marretje Lauwe de Jong (1816-....) verhuisde naar Brunnepe 234.
  • De schipper Reijer Peters Kale (1818-1877), zijn vrouw Dirkje Jansen Ham (1822-1904) en hun 7 kinderen vertrokken 30-6-1859 van Ens, waar ze op huisnummer 15 woonden, naar Kampen. Die kinderen waren: Jannetje (1842-1897), Annetje (1844-1886), Jan (1847-1916), Jacob (1850-1927), Nelle (1852-1891), Neeltje (1856-....) en Dirkje (1859-1871). Zij woonden nadien aan boord van hun schip "De Twee Gebroeders", liggend in de Burgwal te Kampen.
  • Op 16-6-1859 verhuisden Dubbel Jansen Kamper (1812-1885) en zijn drie zonen Willem (1836-....), Jan (1838-....) en Cornelis (1846-1892) naar Brunnepe nr. 145. Op Emmeloord woonden zij op het huisnummer 6B.
  • Albert Jansen Karel (1791-1877), zijn tweede vrouw Maria Jansen Ruiten (1812-1892), weduwe van Peter Jans Koek, en haar dochter Aaltje Koek (1841-1872) verhuisden op 23-4-1859 van Ens, waar ze op huisnummer 9 woonden, naar Kampen, Keizerstraat 576.
  • Aaltje Jacobs Corjanus (1800-1859) , weduwe van Jan Jansen Karel , en haar kinderen Klaas (1835-....), Johannes (1838-1911) en Hendrik (1845-1922) verhuisden op 27-5-1859 van Ens, huisnummer 13, naar Brunnepe nr. 73. Samen met 10 andere familieleden ontvingen zij op 11-8-1859 wegens de ontruiming een schadeloosstelling van totaal ƒ1376,-- (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4659). De zoon Klaas Jansen Karel (1835-....) en zijn vrouw Maria Alberts Bape (1834-1914) woonden in 1860 op het adres Brunnepe nr. 174. Zijn broers Johannes (1838-1911) en Hendrik (1845-1922) woonden bij hen in.
  • Het echtpaar Klaas Jansen Karel (1799-1861) en Aaltje Dirks Net (1807-....) en hun kinderen Jan (1835-....), Dirk (1839-....), Marrigien (1846-1909) en Albert (1843-....) woonden in 1860 te Kampen op de IJsselkade nr. 53 (achter de fabriek).
  • Jan Jansen Karel (1828-1892) en zijn vrouw Elisabeth Jacobs Visscher (1824-1909) vertrokken op 4-5-1859 van Schokland naar Kampen (Buiten Nieuwstraat 224).
  • Willem Dirks Karel (1820-1903), zijn vrouw Aaltje Jansen Kaarel (1826-1894) en hun kinderen Jannetje (1850-....) en Albert (1857-1906) vertrokken op 11-5-1859 van Schokland naar Kampen. Op 23-7-1859 verhuisden ze vandaar naar Vollenhove, waar ze op de Vischmarkt 253 gingen wonen.
  • Willem Jansen Karel (1824-....), zijn vrouw Jacobje Alberts de Boer (1829-1893) en hun kinderen Albert (1850-1920), Trijntje (1852-1933) en Jannetje (1855-1908) hebben op 6-6-1859 Emmeloord, waar ze op huisnummer 41A woonden, verlaten en zijn gaan wonen in de Visschersstraat te Vollenhove. Ruim drie jaar later, op 13-7-1862, verhuisden ze naar Kampen, Brunnepe nr. 254B.
  • De van Schokland afkomstige schipper Derk Teunis Klappe (1787-1843), getrouwd met Gerredina van de Weerd, woonde reeds in 1814 in Kampen. Later woonden zij in de Hofstraat op nr. 180.
  • In 1822 woonden op de Burgwal nr. 118 te Kampen de schipper Cornelis Tennissen Klappe (1794-1875) en zijn vrouw Christina Klees.
  • Louwe Harms Klappe (1819-1890), zijn vrouw Jacoba Hendriks Diender (1818-1866) en hun zoon Hendrik (1853-1883) vertrokken op 19-5-1859 van Emmeloord, waar ze op huisnummer 41B woonden, naar Edam. Daar woonden ze in de Grote Kerkstraat op nr. 77. Enkele jaren later woonden zij aan boord van hun schip te Kampen.
  • Bruin Kobus Klappe (1813-1901), zijn vrouw Hilletje Jansen Kamper (1814-1897) en haar moeder Marrijtje Harmsen Net (1782-1860) verlieten 17-5-1859 hun woning op Emmeloord (huisnummer 36) om zich te vestigen in Brunnepe op nr 173. Op 14-8-1859 werd aan Bruin Kobus Klappe en de andere rechthebbenden wegens de ontruiming van hun woning op Schokland een schadeloosstelling uitgekeerd van totaal ƒ1133,-- (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4672).
  •  
De hierboven vermelde aan tallen blijken helaas niet juist te zijn. Met het publiceren  van het laatste deel van de lijst met geboren Schokkers die rond 1860 in Kampen woonden komen we tot het volgende, verbeterde aantal: gezinnen         geboren Schokkers
in Schokker Erf 13:                21                    97        (Schokkersbuurt)
in Schokker Erf 14:                48                    158      (elders in Kampen)
in Schokker Erf 15:                90                    215      (elders in Kampen)
totaal:                                     159                  470

Het is niet helemaal uitgesloten dat er later nog enige namen aan deze lijst kunnen worden toegevoegd.
Uit deze gegevens blijkt dus dat omstreeks 1860 in totaal bijna 500 geboren Schokkers in Kampen woonden, een stad met ongeveer 13.000 inwoners. Door hun kollektieve komst in 1859, hun specifieke Schokker klederdracht en mede door hun relatief grote aantal en hun saamhorigheid, drukten zij een duidelijk stempel op de Kamper samenleving waarin zij noodgedwongen werden opgenomen.
 
Overzicht van de rond 1859 in Kampen wonende Schokkers (deel 2)
 
  • Maria Alberts Toeter (1787‑1861) woonde reeds in 1812 met haar man Egbert v. d. Berg in IJsselmuiden. Rond 1860 woonde het gezin in de Hofstraat nr. 274, wijk 2, te Kampen.
  • Nelletje Dirks Tromp (1835‑1882) woonde met haar man Johannes Bos en hun kinderen aan de IJsselkade, wijk 1.
  • Aaltje Louwen Sul (1827‑1909) is bij haar huwelijk met Gerrit Bottenberg op 14‑12‑1854 naar Kampen verhuisd. Rond 1860 woonden zij in de Nieuwstraat nr. 266. Marrijtje Theunis Zoet (1788‑1865) en Willem Koridon (1839‑1907) woonden bij hen in. Marrijtje Theunis Zoet ontvangt op 9‑7‑1859 ƒ780,38 als schadeloosstelling wegens de ontruiming  van  Schok­land (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4629).
  • Het gezin van Maria Dirks Botter (1825‑1892) en haar man Piet van Braam woonde in de Engesteeg nr. 23, wijk 2 te Kampen. Zijn moeder Maria Jacobs Kok (1792-1861), weduwe van Piet van Braam, woonde bij hen in.
  • Jacobje Bruins Visscher (1820‑1887) en haar man Hendrik Breuker woonden met hun kinderen in de Hofstraat nr. 286.
  • Maria Jans Goosen (1817‑1863) en haar man Jentje Buma woonden op de Vloeddijk nr. 127.
  • In de Geerstraat woonde Trijntje Jacobs Visscher (1826‑1907), getrouwd met Jan van Dijk uit Genemuiden.
  • Trijntje Schunt (1813‑1886) en haar uit Genemuiden afkomstige man Wolter Eenkhoorn woonden al in 1840 in Kampen. Rond 1860 woonden zij in de Nieuwstraat nr. 365, wijk 4 te Kampen. Trijntje Schunt ontving op 11‑8‑1859 haar deel van de ƒ1807,‑‑, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland aan haar en twee andere rechthebbenden (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4665).
  • Johanna Dubbels Botter (1810‑1887), weduwe van Johannes Bremer en hertrouwd met Jan van Elowijkuit Brussel, woonde op de Vloeddijk nr. 127, wijk 4 te Kampen.
  • Klaasje Sul (1804‑1866) was dienstbode in Kampen en trouwde daar in 1840 met Hendrik Evenaar. In 1866 woonden ze op de Kalverhekkenweg nr. 120.
  • Petertje Ruiten (1796-1881), weduwe van Jan v.d. Pol, hertrouwde in 1855 in Kampen met Hermanus Groenewoud. Rond 1860 woonden zij in de Hagensteeg nr. 139, wijk 4 te Kampen.
  • Teunis Grootjen (1838‑1864), gehuwd met Jannetje Jacobs Visscher (1832‑1902), woonde in de Hofstraat nr. 186, wijk 4.
  • Grietje Broodbakker (1834‑1891), gehuwd met Hendrikus Johannes van der Haar, woonde in Brunnepe op nr. 254.
  • Theunis Jansen Ham (1829‑1910), zijn vrouw Elizabeth Klasen Gillot (1828‑1899) en hun kinderen Jan (1855‑1896), Klaas (1856‑1885) en Annetje (1858‑1859) vertrokken op 27‑5‑1859 van Ens, waar ze op huisnummer 42 woonden, naar Kampen. Daar gingen ze wonen in Brunnepe, nr. 192D.
  • Marretje Thomas Visscher (1829‑1902) en haar man Hermanus Hollander, afkomstig uit IJsselmuiden, woonden in de Hofstraat nr. 326 te Kampen.
  • Marrijtje Dubbels Goosen (1819‑1890) huwde in 1854 in Kampen met Gerrit van Hulsen. Zij woonden in de Schapensteeg nr. 384, wijk 4. Haar moeder Jannetje Jacobs Net (1795‑1866), weduwe van Dubbel Alberts Goosen (1781‑1847), woonde bij hen in, evenals haar broer Jacob Dubbels Goosen en diens vrouw Trijntje Jacobs Diender. Jannetje Jacobs Net, Jacob Dubbels Goosen en Marijtje Dubbels Goosen ontvingen op 7‑7‑1859 tesamen ƒ527,‑‑ wegens de ontruiming van Schok­land (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4623).
  • Eva Alberts de Graaf (1807‑1861), weduwe van Cornelis van Hulzen, woonde in de Kerksteeg nr. 276, wijk 4.
  • In 1839 trouwde in Kampen Maria Raaijer Ruiten (1812‑1884) met Johannes van Hulzen. Zij woonden in de Schapensteeg nr. 387B.
  • Dirkje Andries Klein (1811‑1889) trouwde in 1839 met Antonius van Kampen. Rond 1860 woonden zij op de Burgwal nr. 154.
  • Stijntje Willems Sul (1797‑1860), de weduwe van Johannes Karreman, woonde in de Nieuwstraat nr. 395, wijk 4. Zij was in 1821 na haar huwelijk reeds in Kampen komen wonen. Op 8‑7‑1859 ontving zij haar deel van de ƒ870,18, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland aan haar en twee andere familieleden (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4627).
  • Machiel Gerrits Klein (1821‑1859), zijn vrouw Gerretje Raijers Ruiten (1827-1902), en Christina Thomas Ruiten (1792‑1868), weduwe van Albert Jansen Zoet en van Willem Jansen Karel, verlieten op 15‑6‑1859 Ens, waar ze op huisnummer 41 woonden. Zij gingen wonen te Brunnepe nr. 74. Christina Thomas Ruiten ontving op 11‑8‑1859 haar deel van de ƒ730,‑‑, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland aan haar en twee andere familieleden (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4660). Na de dood van haar man koopt Gerretje Raijers Ruiten samen met haar zwager Thomas Gerrits Klein een huis aan de Noordweg te Brunnepe (sektie F, het zuidoostelijke deel van nr. 3845) voor de som van ƒ600,‑‑ (zie hieronder).
  • Thomas Gerrits Klein (1817‑1879), schipper, en zijn vrouw Jantien Zwiers woonden in 1860 te Kampen aan boord van hun schip “De Twee Gebroeders”. Samen met zijn schoonzus Gerretje Raijers Ruiten koopt hij een huis aan de Noordweg te Brunnepe (sektie F, het zuidelijke deel van nr. 3845) voor de som van ƒ600,‑‑ (Not. Archief Kampen, inv. 424, nr. 4722, d. d. 7‑10‑1859).
  • Andries Jansen Klein (1779-1860), zijn vrouw Nelle Jacobs Ruiten (1785‑1866) en zijn broer Bruin Jansen Klein (1781‑1862) zijn op 4‑5‑1859 op het adres Brunnepe nr. 235 komen wonen. Op Ens woonden zij op huisnummer 27.
  • Willem Andries Klein (1813‑1904), zijn vrouw Jannetje Pieters Kale (1817‑1871) en hun kinderen Pieter (1840‑1914), Nelletje (1842‑1913), Jacob (1847‑1913), Marretje (1851‑……), Dirkje (1853‑1863) en Aleida (1857‑1922) verlieten op 4‑5‑1859 Schokland, waar zij op Ens op huisnummer 6 woonden. Zij vestigden zich toen in IJsselmuiden. Drie jaar later, op 11-4-1862, betrokken zij de woning Brunnepe nr. 2548 in Kampen.
  • Jan Andries Klein (1809‑1866), zijn vrouw Thieleke Jansen Gerssen (1819‑1900) en hun kinderen Willem (1850‑……), Jan (1853‑……) en Nelletje (1855‑1949) woonden op Ens, huisnummer 31B. Zij vertrokken op 4-5‑1859 naar IJsselmuiden, maar kwamen op 31‑10‑1859 in Kampen wonen (Brunnepe nr. 254).
  • Eva Willems Sul (1798‑ ) trouwde in 1823 te Kampen met Johannes de Kleine. Zij woonden in de Karpersteeg nr. 250, wijk 4.
  • Marrijtje Willems Toeter (1799‑1873), weduwe van Gerrit Willems Kluisjen, woonde in Brunnepe op nr. 311.
  • Elisabeth Willems Sul (1799‑1876), weduwe van Albert Harms Koek, verhuisde met haar kinderen Harmen (1835‑1909), Willem (1841‑1909), Trijntje (1831‑1918) en Aaltje Koek (1838‑1918) op 4‑5‑1859 van Ens, huisnummer 23, naar Brunnepe nr. 254. Elisabeth Willems Sul ontving op 8‑7‑1859 haar deel van de ƒ870,18, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland aan haar en twee andere familieleden Sul (Not. Archief Kampen, Inv. 423, nr. 4627). Op 11‑8‑1859 ontvingen Elisabeth Willems Sul, haar kinderen Harmen, Willem, Trijntje en Aaltje, en twee andere familieleden een bedrag van in totaal ƒ1651,16, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4658). De eerste schadeloosstelling betrof waarschijnlijk het aan deel van Elisabeth Sul in het huis van haar ouders, en de tweede schadeloosstelling het huis waarin zij en haar kinderen woonden.
  • Harmen Alberts Koek (1835‑1909) en zijn vrouw Geertje Jansen Zalm (1838‑1919) woonden in 1860 in Brunnepe op nr. 254E. Harmen was een van de kinderen uit het laatstgenoemde gezin.
  • Jacob Alberts Koek (1826‑1903), zijn vrouw Maria Slot (1827‑1869) en hun zoon Albert (1856-1881) zijn aanvankelijk naar Hellendoorn verhuisd. Op 6‑5‑1859 kwamen ook zij naar Kampen, waar ze gingen wonen op de Vloeddijk nr. 222A.
  • Eva Ruiten (1818‑1893). sinds 1846 getrouwd met Hendrik Frederik Kok uit Kampen, woonde op het Bolwerk nr. 353, wijk 3 te Kampen.
  • Bruin Jansen Konter (1830‑1904) en zijn vrouw Trijntje Alberts Koek (1831‑1918) woonden in Brunnepe op nr. 143. Trijntje woonde aanvankelijk nog in bij haar moeder Elisabeth Willems Sul, de weduwe van Albert Harms Koek (zie aldaar).
  • Evertje Jansen Sul / Scholtens (1814‑1889), weduwe van Harmen‑Jan Repke Koot, en hun kinderen Repke (1837‑……), Jan (1840‑……) en Maria Koot (1841‑1866) zijn op 2‑4-1859 van Emmeloord, waar ze op huisnummer 2B woonden, naar Kampen vertrokken (IJsselkant nr. 54, “achter de fabriek”).
  • Reeds in 1822 woonde in Kampen de op Schokland geboren schipper Johannes Everts Coridon (1795‑1875). Hij was getrouwd met Aafje Frederiks Oud. Zij woonden in 1860 in de Nieuwstraat nr. 141.
  • Jacobus Hendriks Koridon (1824‑1915) en zijn tweede vrouw Aaltje Alberts Kok (1818-1910) woonden op het adres Karpersteeg nr. 202. Ook de broer van Jacobus: Willem Hendriks Koridon (1839‑1907) woonde daar.
  • Hendrik Willems Koriedon (1800‑1869), getrouwd met Hendrika Jansen, woonde in 1859 in de Graafschap nr. 228 te Kampen. Ook in 1849 woonde hij al in Kampen.
  • Willem Willems Koridon (1796‑1871), zijn vrouw Klaasje Jacobs Schoon (1800‑1870), en hun kinderen Jacobus (1829‑1912), Willem (1838‑1907) en Lijsje (1835‑1912) zijn op 4‑5‑1859 van Ens, huisnummer 34, vertrokken naar Brunnepe nr. 166.
  • Theunis Koridon (1830‑……), gehuwd met Johanna Jacoba Koridon, woonde in 1860 in de Nieuwstraat nr. 141. In 1856 woonden zij ook al in Kampen.
  • Klaas Pieters Koridon (1793‑1881), zijn vrouw Cornelia Jansen Zalm (1801‑1866), en hun kinderen Trijntje (1825‑1904) en Dubbel (1838‑1861) vertrokken op 15‑4‑1859 van Emmeloord, huisnummer 47B, naar Vollenhove. Op 16‑8‑1861 verhuisden ze van Vollenhove naar de Prinsenstraat nr. 41 te Kampen (“achter de fabriek”). Klaas Pieters Koridon ontving op 11‑8‑1859 zijn deel van ƒ1376,‑‑, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland aan hem en tien familieleden (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4659).
  • Aaltje Theunis Klappe (1789‑1872), sinds 1833 weduwe van Pieter Jacobs Coridon, en later weduwe van Jan Martinus van Tiel, woonde rond 1860 In Brunnepe op nr. 211. Zij ontving op 11‑8-1859 haar deel van ƒ1376,‑‑, uitgekeerd wegens de ontruiming van Schokland aan haar en tien familieleden (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4659).
  • Grietje Hendriks Diender (1817‑1882) was in 1838 in Kampen gehuwd met Gerhardus Laarman. Zij woonden in de Speldemakerssteeg. Zij ontving op 7‑7-1859 haar deel van ƒ754,84, uitgekeerd wegens de ontruiming aan haar en vijf familieleden (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4624).
  • Johanna Kobus Klappe (1810‑1898) woonde in 1833 reeds in Kampen. Zij trouwde daar met de schipper Jan Leeuwenkamp, weduwnaar van Wilhelmina v. d. Berg. Het gezin had Achter de Nieuwe Muur op nr. 10 zijn woning. Op 14‑8‑1859 ontvingen Johanna Klappe en vier andere familieleden tesamen ƒ1133,‑‑ wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4672).
  • Arnoldus Legebeke (1809‑1885), zijn vrouw Geertruida Ten Peese (1806‑1882) en hun kinderen Wilhelmus Albertus Ludowikus (1845‑……) en Gerhardus Johannes (1847‑……) verlieten op 19‑8‑1859 Emmeloord, huisnummer 19, en vestigden zich te Kampen op de Vloeddijk nr. 110.
  • Pieter Hendriks van Lier (1828‑……), zijn vrouw Elisabeth Mastenbroek (1826-1907) en hun kinderen Elisabeth (1850‑……) en Jacob (1852‑1889) vertrokken tussen 1852 en 1855 naar Urk. Op 14‑10‑1861 kwamen ze in Kampen te wonen, in de Olieslagersteeg nr. 447, wijk 2.
  • Johanna Mommendé (1822‑1863) trouwde in 1849 met Jurrian Gerhardus Luders. Zij woonden in de Schapensteeg nr. 380. Johanna Mommendé en drie familieleden ontvingen op 11‑8‑1859 tesamen ƒ1171,‑‑ wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4662).
  • De schipper Jan Winters Mastenbroek (1794‑1867), zijn derde vrouw Grietje Keetlapper en zijn dochter Elisabeth (1833‑……) woonden in 1860 aan boord van hun schip, liggend in Kampen.
  • Maria Willems Koridon (1817‑1894) en haar onwettig geboren zoon Willem (1839-1906) vertrokken omstreeks 1846 naar Kampen. Zij trouwde toen met Bernardus Lambertus Meulenbroek, die Willem als zijn kind erkende. Zij gingen wonen in de Prinsenstraat nr. 41, wijk 1.
  • In 1851 kwamen Klaasje Alberts Koek (1822‑1878) en haar man Jan Arnold Mulder in Kampen te wonen, in de Hofstraat nr. 347, wijk 4.
  • Jannetje Jacobs Gosem (1813‑1898), sinds 1858 weduwe van Jacob Alberts Net, haar zoon Albert Net (1852‑1912), haar dochter Leisje Net (1844‑1906) en haar zwager Dirk Alberts Net (1824‑1903) verlieten op 17‑5‑1859 Emmeloord, waar ze op huisnummer 14 woonden. In Brunnepe gingen ze wonen op nr. 152. Op 11‑8‑1859 ontvingen Jannetje Jacobs Gosem en vier andere familieleden tesamen ƒ465,08 wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4666).
  • Jan Jacobs Net (1834‑……) gehuwd met Jannetje Louwe Sul (1828‑1908), woonde in 1860 in de Kannemansteeg nr. 444 te Kampen.
  • Jacob Jacobs Net (1827‑1907) en zijn eerste vrouw Marietje Alberts Bape (1830-1869) woonden in 1860 in Brunnepe, “onder ’t Els”, nr. 254. Op 13‑8‑1859 ontving Maria Alberts Bape met drie andere familieleden samen een bedrag van in totaal ƒ502,31 ½ wegens de gedwongen ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4670).
  • Op 6‑5‑1859 verhuisden Willem Jansen Ouderling (1793‑1884) en zijn vrouw Marrijtje Willems Sul (1802‑1879) van Emmeloord, huisnummer 64, naar de Keizerstraat nr. 546 in Kampen. Maria Willems Sul en twee familieleden ontvingen op 8‑7‑1859 tesamen ƒ870,18 wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423. nr. 4627). Willem Jans Ouderling en drie familieleden ontvingen op 13‑8‑1859 tesamen ƒ502,31 ½ wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4670).
  • Van Emmeloord, huisnummer 27B, vertrokken op 1‑6‑1859 Jan Jansen Ouderling  (1794‑1866), zijn vrouw Marijtje Bruinsen Diender (1811‑1892) en hun kinderen Jan (1842‑1867), Bruin (1846‑1921), Aaltje (1839‑1860) en Jacob (1857-……). Zij vestigden zich in Kampen in de Ekstersteeg nr. 225B.
  • Lubbigje Albers de Vries (1825‑1892), gehuwd met Johannes Ril, woonde in de Groenestraat nr. 26.
  • Maria Jansen van der Molen (1802‑1873), gehuwd met Gerhardus Roskam, woonde met haar gezin sinds 1828 In Kampen. Omstreeks 1860 stond hun huis in de Karpersteeg nr. 204, wijk 4.
  • In 1848 woonde het gezin van Albert Reijers Ruiten(1820‑1880) en Cornelia Coridon reeds in Kampen. Omstreeks 1860 was hun adres: Buiten Hofstraat nr. 284.
  • Kobus Jannis Ruiten (1821‑1904), zijn eerste vrouw Marrijtje Alberts Kok (1822-1866) en hun zoon Jannis (1853‑……) waren aanvankelijk van Emmeloord naar Harderwijk vertrokken. Op 28‑7‑1860 verhuisden ze van Harderwijk naar de Vloeddijk nr. 18 in Kampen.
  • Derk Theunis Ruiten (1816‑……) zijn vrouw Jannetje Jansen Broodbakker (1825-1899) en hun kinderen Theunisje (1849‑1930) en Jannetje (1857‑……) woonden te Emmeloord op huisnummer 2A. Op 23‑4‑1859 werden zij in Vollenhove ingeschreven. Sinds 15‑1‑1861 woonden zij echter in Brunnepe op nr. 146.
  • Jan Jacobs Schoon (1820‑1894), zijn vrouw Trijntje Reijers Ruiten (1823‑1897) en hun kinderen Jannetje (1852‑1866), Gerritje (1855‑1872) en Marrigje (1858‑1900) verhuisden op 11‑4‑1859 van Schokland naar Brunnepe nr. 166.
  • Peter Jacobs Schoon (1796‑1884), sinds 1850 weduwnaar van Aaltje Jansen Kamper, en zijn kinderen Jacob (1839‑1922), Jan (1841‑1921) en Jannetje (1843‑1929) woonden in Emmeloord op het huisnummer 48. Op 17‑5‑1859 verlieten zij Schokland om te gaan wonen in Brunnepe op nr. 172. Peter Jacobs Schoon koopt op 4‑9‑1859 een huis in Brunnepe (sektie F, het noordoostelijk gedeelte van nr. 2865) voor de som van ƒ300,‑‑ (Not. Archief Kampen, inv. 424, nr. 4705).
  • Aaltje Zoet (1820‑ ), gehuwd met Jan Schrijver, woonde met haar gezin in de Hofstraat nr. 320, wijk 4. Aaltje Zoet en twee familieleden ontvangen op 11‑8 1859 tesamen ƒ730,‑‑ wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen. inv. 423, nr. 4660).
  • In 1845 woonde de schipper Jacob Theunis Schunt (1817‑1878) reeds in Kampen. Hij was toen getrouwd met de Schokkerin Marritje Andries Klein, die in 1849 stierf. In 1860 woonde hij met zijn tweede vrouw Geertrui van Beverwijk in de Nieuwstraat op nr. 356. Jacob Schunt ontving met twee andere Schokkers tesamen ƒ1807,‑‑ wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4665).
  • Het gezin van Klaas Steenbeek (1799-1863) woonde In 1860 te Kampen aan boord van “De Twee Gebroeders”.
  • Johannes Ferdinandus Stroeve (1803-1874), zijn vrouw Maria Jacobs Gosen (1807-1871) en hun kinderen Peter (1830‑……), Jan (1833‑1913), Jacob (1836‑1878) en Johannes (1843‑1931) verhuisden op 12‑5‑1859 naar de Olieslagersteeg in Kampen. Op Emmeloord woonden zij op huisnummer 50B. Maria Jacobs Gosen ontvangt op 11‑8-1859 haar deel van de ƒ465,08 die haar familie krijgt vanwege de ontruiming (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4666). Zoon Peter (1830‑……), die trouwde met Maria Johanna Werner, woonde in 1860 op het adres Brunnepe nr. 166.
  • Reeds in 1832 woonde de schipper Jan Bruinsen Pieters Sul (1804‑1869) in Kampen. In 1860 woonde hij met zijn tweede vrouw Trijntien Berend Borgman en zijn gezin in de Schapensteeg nr. 391.
  • Op het huisnummer 69 in Emmeloord woonden Bruin Dubbels Sul (1813‑1891), zijn vrouw Trijntje Jansen Karel (1817‑1882) en hun kinderen Dubbel (1842‑……), Lijsje (1844-1907), Albert (1849‑1899), Jan (1853‑1922) en Aaltje (1855‑……). Rond 1860 woonden zij in Brunnepe nr. 176. Op 11‑8‑1859 ontvingen Trijntje Karel en tien familieleden in totaal ƒ1376,-- wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4659). Op 4‑9‑1859 kocht de winkelier Bruin Dubbels Sul twee woningen onder één dak, gelegen in Brunnepe (sektie F, nr. 3847), voor de som van ƒ1300,‑‑ (Not. Archief Kampen, inv. 424, nr. 4704).
  • Floris Harms Sul (1797‑1873) en zijn vrouw Aaltje Hendriks Kok (1804‑1882) verhuisden op 5‑5‑1859 van Emmeloord, huisnummer 30A, naar Kampen, Achterommetje nr. 545K.
  • Het gezin van de beurtschipper Harm Dubbels Sul (1821‑1898) woonde in 1859 in Brunnepe, in het Elst, nr. 254. Zijn vrouw was Maria Jansen Grootjen (1832‑1897). Zijn eerste vier kinderen, die nog op Schokland geboren zijn, waren Lijsje (1852-1926), Jannetje (1854‑1918), Aaltje (1856‑1860) en Grietje (1858‑1860). Op 8‑10‑1859 kocht de visser en koopman Harm Dubbels Sul zijn huis in het Elst te Brunnepe, waarvoor hij een bedrag van ƒ700,‑‑ moest lenen (Not. Archief Kampen, inv. 424, nr. 4760, d. d. 31‑10‑1859).
  • Steven Jansen Toeter (1803‑1889), zijn vrouw Dirkje Jansen Ruiten (1818‑1902) en zijn broer Dirk Jansen Toeter (1801‑1874) zijn op 22‑6‑1859 naar de Schapensteeg nr. 383 in Kampen verhuisd.
  • Cornelis Willems Tromp (1805‑1891), zijn vrouw Lummetje Gerrits Bien (1817-1883) en hun kinderen Jannetje (1843‑1871), Gerrit (1844‑……) en Willem (1850-1875) woonden op Emmeloord op huisnummer 16. Op 27‑6‑1859 betrokken zij de woning Olieslagerssteeg nr. 447 in Kampen.
  • In 1862 woonden Willem Dirks Tromp (1832‑1880) en zijn vrouw Johanna Schemkes in de Geerstraat nr. 216.
  • Louwe Willems Tromp (1802‑1871), zijn tweede vrouw Aaltje Dirks Botter (1817-1878) en zijn zoon Willem (1843‑1891) verhuisden op 7‑6-1854 van Emmeloord, huisnummer 71, naar Lemmer. Vijf jaar later, op 2‑7‑1859 komen zij in Kampen te wonen op het adres Olieslagerssteeg nr. 443. Louwe Willems Tromp en zijn zoon Willem ontvingen op 11‑8‑1859 met vier andere familieleden samen een bedrag van in totaal ƒ465,08 (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4666).
  • Jan Derksen Tromp (1829‑1892) en zijn vrouw Klasina Louwe Sul (1831‑1918) woonden aanvankelijk in Kampen in de Olieslagersteeg nr. 442, wijk 2. In 1862 verhuisden ze naar Volendam.
  • Jannetje Klaassen Botter (1799‑1869), sinds 1847 weduwe van Louwe Bruinsen Veen, woonde op Emmeloord, kad. nr. 28A. Met haar kinderen Maria (1824‑1866), Willem (1826‑……) en Klaas (1833‑……) woonde zij in de Olieslagersteeg nr. 436.
  • Bruin Bruinsen Veen (1822‑1885) en Marrie Goossen (1822‑1904) woonden in de Oudestraat nr. 118, wijk 3.
  • In Brunnepe woonde op nr. 225 Peter Jacobs Visscher (1835‑1915) met zijn vrouw Jacoba Derks Grootjen (1831‑1898).
  • Het gezin van Trijntje Klappe (1807‑1884), die in 1834 in Kampen trouwde met Jacob Jansen Visscher uit IJsselmuiden, woonde omstreeks 1860 Over de IJsselbrug nr. 325, wijk 3. Trijntje Klappe en vier familieleden ontvingen op 14‑8‑1859 tesamen ƒ1133,‑‑ wegens de ontruiming van Schokland (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4672).
  • Peter Thomas Visscher (1844‑……) woonde in bij zijn halfzuster Gerritje Thomas Visscher (1827‑1909) en haar man Jan Hollander. Zij woonden in de Kerksteeg nr. 351.
  • Willem Thomas Visscher (1823‑1881), zijn vrouw Christina Alberts Koek (1828-1912) en hun zoon Albert (1857‑1948) kwamen op 8‑5‑1859 naar Brunnepe in Kampen, waar ze gingen wonen Onder ‘t Els, op nr. 254. Op Emmeloord woonden ze op huisnummer 60.
  • Bruin Jansen Visscher (1792‑1870), zijn vrouw Maria Bruinsen Been (1792‑1863) en hun dochter Aaltje (1835‑1889) verhuisden op 3‑5‑1859 naar Kampen. Hun nieuwe adres was Brunnepe nr. 201. Op Emmeloord woonden zij op huisnummer 35A. Wegens de ontruiming van hun woning op Schokland werd op 11‑8‑1859 aan Bruin en 7 andere familieleden tesamen ƒ800,58 ½ uitgekeerd (Not. Archief Kampen, inv. 423, nr. 4663).
  • Het gezin van Jacob Bruins Visscher (1831‑1923) en Grietje Alberts Konter (1830‑1919) woonde omstreeks 1860 in Brunnepe op nr. 207A.
  • Op 4‑5‑1859 verlieten Jacob Peters Visscher (1794‑1879), zijn vrouw Machteldje Jansen Koek (1793‑1881), hun zoon Peter (1835‑1915) en hun dochter Jannetje (1832‑1902) Schokland, waar ze woonden op Ens, huisnummer 40. Zij betrokken in Kampen de woning Brunnepe nr. 231.
  • Maria Jacobs Net (1799‑1885), getrouwd met Gerardus Vrenegoor, woonde in de Groenestraat 398, wijk 3 te Kampen.
  • Trijntje Alberts Kok (1818‑1862) en haar man Jacobus Wiggenraad woonden in de Groenestraat nr. 74, wijk 4.
  • Dievertje Peters Visscher (1787‑1868), gehuwd met Hendrik Wildervank, woonde in de Nieuwstraat nr. 101.

Bron: Ab Klappe & Bruno Klappe, het Schokker Erf 13, 14 en 15
 

Situatie Zuiderzeemuseum.

CookiesAccept

Deze website maakt gebruik van cookies.

Leer meer

Ik begrijp het!
Cookiewet: regels en richtlijnen
Websites moeten bezoekers informeren als zij cookies willen plaatsen. De bezoeker moet daarvoor toestemming geven. Dat geldt alleen voor cookies die surfgedrag bijhouden.

De regels voor cookies staan in de Telecommunicatiewet.

Functionele cookies uitgezonderd
Websites hebben geen toestemming nodig voor cookies die nodig zijn om een dienst of webshop te laten functioneren. Dit zijn bijvoorbeeld bestanden die bijhouden wat er in een winkelwagentje zit.

Versoepeling voor analytische cookies
Op dit moment moeten websites ook voor analytische cookies toestemming vragen. De minister van Economische Zaken wil het verplicht vragen van toestemming voor analytische cookies afschaffen.

Websites gebruiken analytische cookies om bezoekersaantallen bij te houden. Ze hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Wel zorgen ze vaak voor ongewenste pop-ups waarin om toestemming wordt gevraagd.

Door de geplande versoepeling hoeft een website alleen om toestemming te vragen als dit ook echt nodig is om de privacy te beschermen. Dat kan ook bij analytische cookies in sommige gevallen nodig zijn. Bijvoorbeeld als de verzamelde statistische gegevens ook worden gebruikt voor het opbouwen van bezoekersprofielen.

Tracking cookies: altijd toestemming vereist
Bij het plaatsen van zogenaamde ‘tracking cookies’ moet een website de bezoeker altijd informeren en toestemming vragen. Tracking cookies worden gebruikt om individueel surfgedrag bij te houden en om profielen op te stellen. Dat heeft grotere gevolgen voor de bescherming van privacy. Naast de Telecomwet is ook de Wet bescherming persoonsgegevens op deze cookies van toepassing.