In dit artikeltje wil ik iets vertellen over het huisje in de Schokkersbuurt (het een na laatste in de rij) waar vanaf 1859 tot 1941 mijn familie heeft gewoond.
Emmeloord op Schokland. We beginnen dit verhaal op het eiland Schokland, en wel in Emmeloord. Daar woonde Albert Jansen Diender (geboren 20-10-1788, overleden 28-8-1827). Hij trouwde op 13-4-1816 met Japikje Alberts Toeter (geboren 11-12-1795, overleden 6-6-1858). |
De Schokkersbuurt in Kampen. |
Ontruiming van het eiland
Door allerlei oorzaken, in vele artikelen en boeken uitvoering beschreven, was het haast niet meer mogelijk op het eiland een bestaan op te bouwen. Het eiland was klein en men was voor allerlei zaken aangewezen op hulp van de vaste wal. Landbouwgrond was er niet en vis werd er jaren achter elkaar maar weinig gevangen. Soms moesten er hulpacties op touw worden gezet om de bewoners aan eten te helpen.
Ook van regeringswege begon men in te zien dat het zo niet langer kon, en kwam het plan ter tafel om het eiland te ontvolken. En ik denk dat een deel der bewoners wel blij zal zijn geweest ook. Wonen aan de vaste wal, niet meer bedreigd door het water! En ook meer mogelijkheden om wat te verdienen. Op 4-7-1859 werd in het Staatsblad (nr. 76) officieel medegedeeld dat het eiland Schokland als gemeente ophield te bestaan en ontruimd moest worden. De datum van ingang was 10-7-1859.
De eilandbewoners mochten zelf kiezen waarheen ze wilden vertrekken, en ze mochten hun huis afbreken en meenemen. Het lijkt mij, gezien de geringe welvaart en het al langere tijd bekend zijn dat men het eiland zou moeten verlaten, dat die afbraak ziet veel zaaks zal zijn geweest. Ik denk dat het huisje waar Jan en Johanna in kwamen te wonen geheel nieuw opgetrokken is, ook al omdat het twee huisjes onder één dak waren. Opmerkelijk waren de luiken boven de ramen van de kamer, waardoor het mogelijk was de grotere netten op zolder op te bergen. Een echt vissershuisje dus.
De Schokkersbuurt in Kampen
Op welke dag Jan en Johanna met hun gezin de oversteek waagden, en waarom ze juist Kampen kozen, weet ik niet. Ik bedenk nu dat ze ook naar Volendam of Vollenhove hadden kunnen gaan. Maar ze gingen naar de speciaal voor de Schokkers gebouwde Schokkersbuurt in Kampen. Jan meerde de botter af in een van de beide havens en bracht zijn hebben en houden naar het nieuwe huis. Of hij het huis zelf heeft laten bouwen of het later gekocht heeft, weet ik niet. Het blijkt in 1894 echter wel eigendom te zijn.
Zoals boven al gezegd, in het nieuwe huis werd het gezin nog uitgebreid. Op 22-1-1860 werd een dochter geboren, Petronella (overleden 26-4-1906). Als laatste kwam er nog een zoon die weer Albert werd genoemd (geboren 23-4-1863, overleden 25-2-1935) en de bijnaam kreeg: de Jonge.
Deze Albert de Jongste, die ook met vissen de kost verdiende, trouwde op 5-2-1891 met Hendrika Toeter (geboren 28-4-1868, overleden 9-8-1947). Zij gingen vermoedelijk inwonen bij de moeder van Albert. Op de laatste dag van 1891 werd hun eerste zoon geboren, Jan (overleden 28-1-1984). Op 22-6-1893 werd er een dochter geboren, Johanna Maria (overleden 5-9-1956).
Maar nu eerst weer even over het huisje in de Schokkersbuurt. Na het overlijden van de moeder van Albert, Johanna, werd het huisje op 29-1-1894 door notaris Höfelt in het openbaar verkocht. Dat gebeurde in De Moriaan in de Boven Nieuwstraat. Koper was Hendrik Kok, die verklaarde gekocht te hebben in opdracht van Albertus Diender de Jongste. De koopprijs was ƒ460,-- . Van deze som ging 1/6e deel af als kinderportie. Te betalen ƒ400,--. Het huisje bleef in de familie.
Met een eigen dak boven het hoofd kon het gezin zich uitbreiden, en er werden nog negen kinderen geboren:
- - Johanna (geboren 18-1-1895, overleden 29-9-1985);
- - Aleida (geboren 2-5-1898, overleden 5-5-1898);
- - Steven Cornelis (geboren 17-6-1900, overleden 25-10-1900);
- - Steven (geboren 28-12-1902, overleden 9-3-1904);
- - Jacoba (geboren 23-2-1905, overleden 27-3-1921);
- - Steven Cornelis, mijn vader (geboren 31-10-1907, overleden 25-9-1983);
- - Maria (geboren 13-10-1909, overleden 12-7-1914);
- - Petronella (geboren 20-8-1911);
- - en als laatste: Cornelis (geboren 12-4-1913).
We zien hieruit dat vele kinderen jong stierven. Het leed is hun ouders niet bespaard gebleven.
Na het overlijden van Albert in 1935, die nog de bijnaam Tjek had, bleef opoe nog tot 1941 in het huisje wonen. Naar haar, Hendrika, ben ik vernoemd, en een fotootje van haar hangt boven mijn bureau. Toen het niet meer ging kwam ze bij haar jongste dochter in huis, Petronella (tante Nelly). Soms was ze ook een dag bij ons thuis, en in mijn herinnering was ze heel rustig en gaf ze ons altijd een pepermuntje.
Aardig is het misschien nog te vermelden dat zij, die toch uit een Schokker geslacht stamde, de dracht van Kampen droeg: zwart pak met knipmuts. In plaats van kralen droeg ze een ketting met een kruisje.
Na haar vertrek uit het huisje werd de boedel verdeeld en hier en daar is in de familie nog wel iets daarvan bewaard gebleven. Het huisje bleef daarna leeg staan en werd onbewoonbaar verklaard. Als ik het wel heb, werd in het huisje ernaast de werkplaats van meubelmaker Bos ondergebracht, die later weer opschoof naar de huisjes ernaast.
De Schokkersbuurt in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen.
Zo rond 1950 werd geleidelijk aan het rijtje huisjes gesloopt, eerst door de jeugd en later door de sloper. Ik was toen tien jaar en kon nooit denken dat ik dat huisje in een museum nog weer tegen zou komen. In het Zuiderzeemuseum staat het nu en het heeft als huisnummer nr. 11. In Kampen herinnert alleen het onlangs gerestaureerde huisje in de Schokkersbuurt nog aan de tijden van weleer. En de naam Schokkersbuurt werd veranderd in Schokkersstraat. En toch zie ik elke dag als ik er langs rij, tegenover de zijmuur van het huis Noordweg 84 een straatnaambord met daarop Schokkersbuurt zitten. Ook een zichtbare herinnering aan een stuk familiegeschiedenis.
H.C. Diender, Kampen.
Uit het Schokker Erf nr. 2 (april 1986)