• Slideheader0
  • Slideheader1
  • Slideheader10
  • Slideheader11
  • Slideheader12
  • Slideheader13
  • Slideheader14
  • Slideheader15
  • Slideheader16
  • Slideheader17
  • Slideheader18
  • Slideheader19
  • Slideheader2
  • Slideheader20
  • Slideheader21
  • Slideheader22
  • Slideheader23
  • Slideheader24
  • Slideheader25
  • Slideheader26
  • Slideheader27
  • Slideheader28
  • Slideheader29
  • Slideheader3
  • Slideheader30
  • Slideheader31
  • Slideheader4
  • Slideheader5
  • Slideheader6
  • Slideheader7
  • Slideheader8
  • Slideheader9
  • Slideheader32
  • Slideheader33

Miljoenen glinsterende ijskristallen flikkerden in de zon; het was alsof het hele kleine ijspegeltjes regende. Het vroor een graad of vijftien en maar weinig mensen waagden zich buiten. De lucht was stralend blauw en daarbij was het bladstil.

De plotseling invallende winter was hard aangekomen bij de arme Schokker bevolking. Ondanks deze windstilte was het in de armoedige huizen behoorlijk koud. Af en toe hoorde men om en nabij de woningen wat gestommel..
Willem Zalm kwam de deur uit van zijn kleine woning op Emmeloord en keek over de barre ijsvlakte, welke tussen Schokland en de vaste wal lag. Er moesten levensmiddelen gehaald worden uit Kampen. Datgene, dat men van de laatste bedeling had gekregen was bijna op. Het was dus hard nodig, want het was niet mogelijk geweest om voor deze invallende strenge vorst per schuit of per slee de oversteek te wagen. Het ijs leek nu betrouwbaar, zodat met meerdere mannen, zowel uit Emmeloord als uit Ens, de overtocht per ijsvlet gewaagd zou worden.

Naar het zuiden zag hij Ens scherp afsteken tegen de heldere lucht. Daar woonden de rijken in hun solide woningen. die minder gebrek leden. Niet dat hij afgunstig was, maar als je vrouw en kinderen gebrek lijden, gaat men weleens vergelijken.
De volgende morgen was hij met de andere mannen al vroeg op de Middelbuurt, waar de ijsvlet in een schuur lag. Spoedig waren er mannen genoeg, om deze naar buiten te trekken op het ijs van het Ensergat. Nadat het scherp onder de laarzen gebonden was, konden ze vertrekken. Met z'n twaalven zetten ze koers naar het Kampereiland. Hangend in de zelen trekken ze de vlet over het ijs. Als de roest eenmaal onder de glijders is afgesleten, loopt het geheel als gesmeerd.
Het liep tegen de Kerst en bij gebrek aan geld had Zalm pijnlijk het besluit genomen, om in Kampen bij de opkoper een erfstuk te gelde te maken, om zodoende zijn gezin weer van het allernoodzakelijkste te voorzien. Het waren een paar zilveren broeksknopen van zijn grootvader, die zijn gezin voor bepaalde tijd moesten redden. Hij was er altijd erg zuinig op geweest; het ging hem dan ook zeer aan het hart om dit dierbaar erfstuk te moeten afstaan in ruil voor voedsel en brandstof.
Onder de rode zakdoek in zijn wijde broekzak had hij ze diep weggestopt. Af en toe voelde hij even of ze nog wel op hun plaats zaten en bang om zijn dierbaar kapitaal te verliezen, durfde hij zijn zakdoek bij een koude neus niet te gebruiken. Vakkundig met de duim van zijn want ging het even goed.

Piekerend liep Zalm voor de ijsvlet; wat moest hij voor de knopen vragen? De anderen waren al even zwijgzaam, een ieder had zo zijn eigen problemen. Gelukkig was het weer net als gisteren: bijna geen wind en mooi glad ijs, zodat ze geen grote omwegen hoefden te maken om de wakken. Na ruim een uur bereikten ze het Kampereiland en trokken ze verder het Noorddiep op. Al even snel waren ze bij het Ganzendiep. Hier lieten ze de ijsvlet achter en liepen verder naar Kampen. Een ieder ging daar zijn eigen weg.
Bij de opkoper bedong Zalm zijns inziens een goede prijs voor de oude erfstukken. Met dit geld werd een voorraadje van het hoognodige ingeslagen. Dit bestond uit: gort, roggemeel, olie, een stukje spek en een partijtje turf. De kruidenier had hem zelfs nog wat extra's toegestopt en zo was Willem Zalm dik tevreden. Ieder van de mannen had zijn inkopen gedaan. Zelfs voor de winkeliers op het eiland was in opdracht ingekocht. Men aanvaardde de terugtocht onder hetzelfde gunstige weer, wat in voorgaande jaren weleens anders was geweest. Zonder oponthoud waren ze weer snel terug op het eiland.
Dominee Riethagen was juist bezig zich op zijn preek voor het Kerstfeest voor te bereiden, toen hij vanuit de pastorie op de Middelbuurt de mannen met de zware ijsvlet terug zag komen. Hij had diep medelijden met de arme gezinnen op Schokland, vooral met de mensen op Emmeloord, waar de armoede groter was dan in Ens. De plannen van de regering om het eiland te ontvolken, zag hij dan ook als een uitkomst. Hij moest het harde feit van een niet af te wenden ontruiming van het eiland dan ook maar in zijn preek verwerken. De steeds weerkerende oproepen, om de nood van de Schokker bevolking door liefdadigheid te lenigen, kon niet langer voortduren. Samen met pastoor Ter Schouw en de dokter had hij dit onderwerp vele malen aangeroerd. Gedrieën beijverden zij zich de bevolking te bewegen het eiland te verlaten en zich op de vaste wal te vestigen; doch dit had weinig weerklank gevonden.

Zuchtend zette hij zich weer aan zijn verdere voorbereidingen. De kerk zou met het Kerstfeest wel weer vol zitten en gelaten zouden ze zich alles laten aanhoren. Een kleumende gelovige gemeente, die samen met hem het feest van de geboorte zou vieren.
Pastoor Ter Schouw op Emmeloord tobde met dezelfde problemen. Hoe kon hij deze arme mensen bewegen het eiland te verlaten? De meeste mannen waren vissers, enkele jonge vrouwen en mannen hadden in hun jeugd het weven geleerd op de weefschool. Er moest toch een mogelijkheid zijn om hun brood op de vaste wal te verdienen? Maar hoe ze te overtuigen.
Pal voor Kerstmis was de Wet van 16 december 1858 afgekondigd in het Staatsblad, waarbij bepaald werd dat de gemeente zou worden opgeheven. De bevolking was hierover nog niet ingelicht. Hij voelde het als zijn plicht deze tijding vanaf de preekstoel af te kondigen. Al beijverde hij zich om deze onhoudbare toestand te beëindigen, het viel niet mee het de mensen te zeggen. Hun trouw aan hun geboortegrond was hem zeer wel bekend.
Het had die nacht voor Kerstmis gesneeuwd en na de sneeuwval was er wind opgestoken en had het ijs rondom het eiland schoongeblazen. De sneeuw had zich opgehoopt tegen de Oostwal en daarom stak het eiland scherp en wit af in het ijs rondom. Hier en daar een flauw licht tegen de witte achtergrond. De vuurtoren van de Zuidpunt en van Emmeloord waren gedoofd en alles zag er vredig uit.

Voor de nachtmis in het katholieke kerkje op Emmeloord kwamen de gelovigen al schuifelend, dik ingepakt, hun kerkje binnen; er was namelijk iets uitgelekt van de regeringsplannen. Machteloos hoorden zij hun herder aan toen deze hun de wet tot evacuatie voorlas.
Toen het traditioneel met Kerstmis gezongen lied: "Ziet het wonder hoog verheven" werd ingezet, hoopten allen op het wonder dat ze op hun geliefde eiland konden blijven wonen, zonder kou en ontbering.
Maar dit wonder gebeurde niet……
Hun hoop was tevergeefs.
 
D. Landsman.
Schokland, Kerstmis 1980.
 
Dirk Landsman (1916-?) volgde Van der Heide op als conservator van Museum Schokland. Hij vervulde die functie van 1974-1981, zie ook http://www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl/50-jaar-museum-2.htm.
Zie verder http://www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl/dirk-landsman-schenkt-1996.htm.
Hij woonde in de voormalige pastorie, en zal zich daar tijdens de laatste Kerst die hij op het eiland geïnspireerd hebben gevoeld tot het schrijven van dit verhaal. De laatste Kerst op het eiland, zoals ook voor de Schokkers in 1858.

Het werd gepubliceerd in het eerste nummer van Het Schokker Erf, p7-11.
 

CookiesAccept

Deze website maakt gebruik van cookies.

Leer meer

Ik begrijp het!
Cookiewet: regels en richtlijnen
Websites moeten bezoekers informeren als zij cookies willen plaatsen. De bezoeker moet daarvoor toestemming geven. Dat geldt alleen voor cookies die surfgedrag bijhouden.

De regels voor cookies staan in de Telecommunicatiewet.

Functionele cookies uitgezonderd
Websites hebben geen toestemming nodig voor cookies die nodig zijn om een dienst of webshop te laten functioneren. Dit zijn bijvoorbeeld bestanden die bijhouden wat er in een winkelwagentje zit.

Versoepeling voor analytische cookies
Op dit moment moeten websites ook voor analytische cookies toestemming vragen. De minister van Economische Zaken wil het verplicht vragen van toestemming voor analytische cookies afschaffen.

Websites gebruiken analytische cookies om bezoekersaantallen bij te houden. Ze hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Wel zorgen ze vaak voor ongewenste pop-ups waarin om toestemming wordt gevraagd.

Door de geplande versoepeling hoeft een website alleen om toestemming te vragen als dit ook echt nodig is om de privacy te beschermen. Dat kan ook bij analytische cookies in sommige gevallen nodig zijn. Bijvoorbeeld als de verzamelde statistische gegevens ook worden gebruikt voor het opbouwen van bezoekersprofielen.

Tracking cookies: altijd toestemming vereist
Bij het plaatsen van zogenaamde ‘tracking cookies’ moet een website de bezoeker altijd informeren en toestemming vragen. Tracking cookies worden gebruikt om individueel surfgedrag bij te houden en om profielen op te stellen. Dat heeft grotere gevolgen voor de bescherming van privacy. Naast de Telecomwet is ook de Wet bescherming persoonsgegevens op deze cookies van toepassing.